Schilderijen
Stichting St. Pieters en Bloklands Cultureel Erfgoed beschikt over vijf prachtige schilderijen uit de 17e eeuw. Deze zijn gerestaureerd in 2024 en hangen in het St. Pieters en Bloklands Gasthuis locatie Davidshof. Over deze schilderijen en hun schilders Mathias Withoos, Paulus Bor en Simon Henrixz hieronder de bijzonderheden.
Mathias Withoos
Olieverf op doek, 104 x 175 cm. In gezwart houten profiellijst.
Withoos heeft het panorama van Lyon nauwkeurig overgenomen. Daarbij heeft hij gebruik gemaakt een gravure (Lugdunum vulgo Lyon) van Joris Hoefnagel (*1542-†1600) uit de atlas “Civitates orbis terrarum”. Deze atlas werd door Georg Braun en Frans Hogenberg in 1572 uitgebracht. De stad is gebouwd rond het punt waar de Saône en de Rhône samenvloeien, de bruggen zijn op dezelfde plaatsen over beide rivieren gesitueerd. De vrouw met de witte blouse werd ook in andere werken van Withoos afgebeeld.
Gesigneerd M. Withoos en gedateerd 1667 (midden onder).
Olieverf op doek, 170 – 205 cm. In gezwart houten profiellijst.
Allegorische parkvoorstelling met op de voorgrond een enorme spar met rechts op een omgekeerd kapiteel een pauw. Rechts op een sokkel staat het beeld van een zittende Paris in frygisch kleed en muts met de gouden (twist) appel in zij hand. Het beeld stond ooit in Palazzo Altemps en heeft nu een plek in het Pio Clementino Museum (onderdeel van de Vaticaanse Musea) waar het te zien is in de Galleria delle Statue. Het beeld is 198 cm hoog en stamt waarschijnlijk uit de derde of laat vierde eeuw na Christus. Een twistappel is een uitdrukking voor een geschilpunt, waar behoorlijk onenigheid over bestaat, zelfs ruzie over gemaakt wordt. Het woord twistappel is afkomstig uit de Griekse mythologie.
De godin van de ruzie, Eris, wierp de appel tussen de gasten die op de bruiloft van Peleus en Thetis aanwezig waren. Ze had op de appel geschreven: “voor de schoonste”. De godinnen Hera, Pallas Athena en Aphrodite maakten aanspraak op deze titel. Er brak een ruzie uit tussen de drie godinnen, net zoals Eris verwacht had. De onmogelijke taak om tussen hen te kiezen werd toegewezen aan Paris. Hera beloofde hem macht als hij voor haar koos, Athena beloofde hem wijsheid en Aphrodite beloofde hem de mooiste vrouw ter wereld. Paris oordeelde daarop dat Aphrodite de schoonste was. De schaking van de mooiste vrouw, Helena, door Paris, leidde vervolgens tot de Trojaanse Oorlog. De appel heeft meer symbolische betekenissen, denk bijvoorbeeld aan het verhaal uit Genesis waarin een vrucht (meestal voorgesteld als een appel) aan het begin stond van de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs. Op de sokkel staat wellicht ‘Het oordeel van Paris’ afgebeeld.
Het schilderij is rechtsonder gesigneerd. De signatuur Withoos is van na zijn vlucht naar Hoorn. Het schilderij is daarmee te dateren op of na 1672. Mathias is overleden in 1703. Zijn laatst gedateerde schilderij is uit 1691.
Over de schilder
Mathias Withoos (1627 Amersfoort – 1703 Hoorn)
Mathias Jansz. Withoos werd geboren in 1627 en is de zoon van Johannes Withoos, geboren omstreeks 1580 en wonende te Amersfoort en waard van ‘In ’t Valcgen’ ofwel ‘Het Valkje’ en vriend van Jacob van Campen. Wellicht mede hierdoor volgde Withoos zes jaar een schildersopleiding bij Jacob van Campen, die even buiten de stad op het buitengoed Randenbroek een schildersschool had. Hij trouwde met Wendelina van Hoorn en kreeg met haar acht kinderen, vier zonen en vier dochters. In 1648 vertrok Withoos in gezelschap van o.a. Paulus Bor jr. en Otto Marseus van Schrieck voor verdere studie naar Rome en sloten zich aan bij de Nederlandse schildersgroep “De Bentvueghels” en kreeg daar de bijnaam “Calzetta Bianca” (wit sokje). Withoos raakte door zijn gedetailleerde manier van schilderen in de gunst van kardinaal Leopoldo de Medici, voor wie hij dan ook het meest schilderde tijdens zijn verblijf in Rome. In 1652 keerde Withoos vanuit Rome weer terug naar Amersfoort. In 1655 werd Withoos raadslid in Amersfoort en vanaf 1670 tot 1672 was hij bovendien bestuurslid van het weeshuis. Van ongeveer 1669 tot 1674 was Caspar van Wittel in de leer bij Withoos.
Toen Franse troepen Amersfoort in het rampjaar 1672 bezetten, week Withoos uit naar Hoorn, waar hij zou blijven wonen tot zijn dood in 1703.
Bron: RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Scriptie Mathias Withoos, een veelzijdig talent, M. Schepper 1990 (Margret Achour)
TEKST: Ruud van Veenendaal & Albert Boersma
Simon Henrixz
Olieverf op doek, (148 x 198 cm). In zwart houten profiellijst met vergulde binnenlijst. Het schilderij werd zeer waarschijnlijk in opdracht van het St. Pieters Gasthuis geschilderd.
Centraal staat Petrus, herkenbaar met sleutels in zijn hand en voor hem staat een kist met kostbaarheden. Op de grond zit de stervende Ananias die weigerde de opbrengst van een stuk grond af te staan wat onder de eerste christenen gebruikelijk was. Toen Petrus het bedrog door had, vielen Ananias en Saffira ter plekke dood neer.
Gesigneerd en gedateerd 1624 midden onder op kist met zilverwerk.Ovr de schilder
Simon Henrixz werd omstreeks 1580 geboren en trad op 7 mei 1616 in het huwelijk met Heijltje Hendriksd. Zij kregen 5 kinderen. In 1619 schilderde hij in Naarden in opdracht van de Naardense vroedschap “De justitie van Graaf Willem de Goede” voor het stadhuis aldaar. In 1624 maakte hij in Dordrecht kopietjes van familieportretten. Eind 1624 keerde hij weer terug naar Amersfoort. In 1625 gaf hij het schilderen op en werd een weinig succesvolle herbergier. Hij huurde de stadsherberg De Doelen, gevestigd naast het St. Pieters Gasthuis. In 1627 werd hij gevangengezet wegens wangedrag tegenover zijn vrouw en personeel. De herberg werd in 1629 aan een nieuwe waard verhuurd. Op 12 maart 1630 werd in de Middelkerk in Amersfoort begraven “mr Sijmon”. Vermoedelijk was dit de vroegere schilder Simon Henrixz.
Bron: Nieuw Licht op de Gouden Eeuw (Albert Blankert en Leonard J. Slatke).
TEKST: Ruud van Veenendaal
Paulus Bor
Olieverf op doek, 102 x 303 cm. In gezwart houten profiellijst met vergulde binnenrand.
Het echtpaar Vanevelt met elf kinderen en een hond rond tafel met Chinees blauw porselein, ciborie (hostiekelk met deksel), tinnen kan, zilveren tazza en een Oosters kleed. De bovenzijde met opschrift: “Psalm 127 Ecce sic bendeicctur homo qui timet Dominum” (Zie, zo wordt de mens gezegend die den Heer vreest) en met familiewapens. Gesigneerd en gedateerd 1628 op Wanli bord.
Over de schilder
Paulus Bor werd omstreeks 1601 geboren en stamde uit een aanzienlijke katholieke familie. Over zijn jeugd is weinig bekend. In 1623 vertrekt hij naar Italië waar hij in Rome medeoprichter was van de Romeinse schildersbent “Bentvleugels”. Hij werd daar Orlando genoemd. In 1623 woonde hij in de parochie van Sant”Andrea dell Fratte en van 1624-1625 verbleef hij met de schilders Jan Linsen en Michelangelo Cerquozzi in een huis aan de Piazza di Spagna en de Strada dell’Olmo. In 1626 vertrekt hij weer naar Nederland en werd lid van de Sint Lucasbroederschap in Amersfoort. Paulus Bor trad op 25 augustus 1632 in het huwelijk met Aleijda van Crachtwijck. Zij kregen twee kinderen: Anna Maria Bor en Judith Christina Bor. In opdracht van Jacob van Campen werkte hij in 1638 aan de versiering van Paleis Honselaarsdijk. In 1656 werd hij regent van het katholieke godshuis “de Armen de Poth” in Amersfoort. Hij schonk De Armen de Poth nog in hetzelfde jaar “een heerlicken schilderije by syn E(dele) geschildert inhoudende den H. Geest boven d”P, weesende Poths wapen, neffens gecontefeyte booter, brooden en anders”. Dit schilderij hangt nog altijd boven de schoorsteen in de regentenkamer van Armen de Poth.
Het schilderij is in de 19e eeuw geschonken aan het St. Pieters en Bloklands Gasthuis door de familie van Vanevelt.
Bovenstaande tekst: Ruud van Veenendaal
Het portret – Familie Van Vanevelt
In de regentenkamer van het St. Pieters en Bloklands Gasthuis hangt het portret van het gezin van mr. Joost Van Vanevelt, geschilderd door Paulus Bor in 1628. Het opschrift: ‘Ecce sic bendeicctur homo qui timet Dominum’, valt te vertalen als: ‘Zie, zo zal de man (of de mens) gezegend worden, die den Here vreest’. Het schilderij is geschilderd in olieverf op doek. Het formaat is 102 x 303 cm en het schilderij wordt omlijst door een gezwart houten profiellijst met vergulde binnenrand. Het schilderij toont het katholieke gezin van Mr. Joost Van Vanevelt, zijn echtgenote Maria Fransdr, hun elf kinderen en een hond rond een tafel bedekt met een Oosters kleed. Dat zij een welgestelde familie zijn blijkt onder andere uit de molensteenkragen, kragen van kant, kettingen van bloedkoralen en het kostbaar chinees porselein op tafel, in tin en zilver.
Joost Van Vanevelt
De Van Vanevelt’s zijn afkomstig uit het grensgebied van Putten en Nijkerk. Een deel van de familie is naar Harderwijk getrokken, mogelijk vanwege de economische bloei van deze Hanzestad. Daar behoorden de Van Vanevelt’s tot de elite en maakten zij deel uit van het stadsbestuur als schepen of burgemeester. De opa van Joost, Herman van Vanevelt, is geboren in Harderwijk en lid van het St. Jorisgilde te Harderwijk 1532. Hij verkoopt in 1544 zijn aandeel in het ouderlijk huis aan de Markt te Harderwijk aan zijn broer Coop en trouwt met jonkvrouw Theodora (Dirkje) Jansdr van Weede. Zij komt uit een oud en rijk geslacht dat terug te leiden is naar Walterus van Amersfoort (1239), heer van Amersfoort. Hun zoon Johan, de vader van Joost, is in Amersfoort geboren. Vader Johan van Vanevelt is rentmeester van de Heilige geestschool annex lint- en spinhuis in Amersfoort en staat vermeldt op een van de regentenborden van het St. Pieters en Bloklands Gasthuis (1568-1615).
Joost van Vanevelt is ca. 1579 geboren in Amersfoort en trouwt in juli 1605, zo rond zijn 26ste levensjaar, met Maria Fransdr. Zij is een achternicht van de uit Amersfoort afkomstige Theodorus van der Eem, een franciscaner priester en rector van de Zusters Tertiarissen in Gorinchem. Op 9 juli 1572 is Theodorus in Den Briel samen met zijn geestverwanten op brute wijze vermoord omdat zij trouw bleven aan het katholieke geloof. Theodorus behoort daarmee tot de negentien ‘Martelaren van Gorcum’ en is op 29 juni 1867 heilig verklaard door paus Pius IX.
In 1629 wordt mr. Joost van Vanevelt vermeld als schepen van Amersfoort en van 1608 tot en met 1637 is hij als regent en later als rentmeester verbonden aan het Gasthuis.
Op het portret van Paulus Bor geeft Joost van Vanevelt met zijn zegelring aan dat hij afstamt van de oude Amersfoortse familie Van Weede. Deliana, de zus van zijn oma Theodora van Weede, is getrouwd met Gerrit van Oldenbarnevelt. Zij zijn de ouders van de beroemde landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt. Joost van Vanevelt en Johan van Oldenbarnevelt zijn dus verwant aan elkaar.
De kinderen
Mr. Joost van Vanevelt en Maria Fransdr krijgen elf kinderen. Met behulp van bronnen op het internet (waaronder delpher.nl en informatie van dhr. Swart op genealogieonline.nl) kunnen tien van de elf kinderen met zekerheid worden geïdentificeerd.
Zoon Bernardus is de oudste zoon. In de tijd dat Paulus Bor het portret schilderde is Bernardus een rooms-katholiek priesterstudent, te herkennen aan een paars kleed en een kruis in de hand. Bernardus studeert in Keulen tot ‘wereldsch Priester’ wanneer zijn moeder (eind 1645) de stad Amersfoort vraagt hem toe te laten om haar en zijn vrienden te bezoeken, en om zijn vaders erfenis te regelen.
Zonder deze toestemming zou Bernardus de stad Amersfoort niet in mogen. Het is immers de tijd van de Reformatie, een heftige periode waarin het katholieke geloof in de ban wordt gedaan. De verzoeken om een verblijfsvergunning voor een priester hadden vaak niets met het priesterschap te doen, waardoor de Raad de mogelijkheid had om toestemming te verlenen zonder de wet te overtreden. Bernardus beoefent in Amersfoort het priesterschap in het kerkje op de hoek van de St. Agathastraat, de voorloper van de huidige Oud Katholieke Kerk op ’t Zand uit 1927. In dat kerkje bevinden zich de overblijfselen van het vermaarde Moeder-Gods-beeldje dat in 1444 is gevonden en lange tijd vereerd werd. Het beeldje wordt tijdens de reformatie herhaaldelijk maar zonder succes opgeëist door de Magistraat van Amersfoort. Waarschijnlijk werd het beeldje toevertrouwd aan de zorg van de katholieke familie Joost van Vanevelt en is het door zijn zoon Bernardus aan het kerkje vermaakt.
Een jaar na het overlijden van Bernardus (1667) neemt de opperste Kerkenraad maatregelen tegen ‘uitoefening van den Roomschen godsdienst’ om hen voor eens en altijd alle rechten te ontnemen. De vierde maatregel luidt dat ‘de Paepsche superstitiën’ in het Sint Pieters Gasthuis (van oorsprong een katholieke instelling) moeten ophouden. De 15e maatregel betreft de al overleden Bernardus. Het stadsbestuur geeft de schout het bevel om onderzoek te doen in het huis van de overleden priester naar voorwerpen die bij de rooms-katholieke eredienst worden gebruikt. De ‘cramerij van den overleden Paep Vanwevelt”, de weinige door hem nagelaten altaarsieraden en ornamenten worden in beslag genomen en niemand mag hem meer als priester opvolgen.
Dochter Maria is de oudste dochter in het gezin Van Vanevelt. Het Gasthuis heeft het aan haar te danken het schilderij van Paulus Bor is haar bezit is gekomen. Het schilderij is door Maria ‘bij testamentaire dispositie in dato den 18den Februarij, 1668, voor den Vortaris van Swijnevoort aan dat gesticht vermaakt’. Ook laat Maria het Gasthuis 400 carolus gulden na en aan het Sint Elisabethgasthuis in Amersfoort ‘de twee portretten van haar vader en moeder’. Het is niet bekend waar deze twee portretten zijn gebleven.
Zoon Frans is ‘bancketbakker’ en verhuist in 1648 naar Amsterdam. Op het portret is hij een van de jongere kinderen.De overige kinderen op het portret zijn te identificeren als Wilhelmina, Catharina, Margareta, Elisabeth (generale moeder 1658-1661 van het St. Elisabeths Gasthuis te Amersfoort), Harmen en Jacob. Van één kind is het nog niet gelukt om met zekerheid vast te stellen wie het is.
Joost van Vanevelt overlijdt in Amersfoort rond 1645, Maria overlijdt en aantal jaar later.
Bron: Nieuw licht op de Gouden Eeuw
Bob Haak “The Golden Age”
RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Bovenstaande tekst: Anneke van de Laar
Schilder onbekend
Olieverf op doek, 160 x 210 cm in zwart houten profiellijst.
Italianiserend landschap met ruïnes, figuren, geiten en sculpturen. 17e eeuw, het werk is niet gesigneerd en niet gedateerd.
’Anoniem, Noordelijke Nederlanden, tweede helft 17e eeuw’ https://rkd.nl/images/4441.
Bron: RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
Kennis over erfgoed
Vrij recent zijn we gestart om meer kennis over het erfgoed van St. Pieters en Bloklands te verkrijgen. Het kan goed zijn dat informatie op deze pagina later wordt aangevuld of bijgesteld. Heeft u informatie, aanvullingen of opmerkingen dan bent u van harte welkom om contact met ons op te nemen.
U kunt een e-mail sturen naar vastgoedbeheer@pietersenbloklands.nl
Albert Boersma
Op het gebied van Mathias Withoos is Albert Boersma een echte kenner die ons actief helpt met het verzamelen van informatie. Wilt u meer weten over Mathias Withoos dan verwijzen u graag naar het volgende door:
Meer informatie
Wilt u meer weten over de geschiedenis van het Gasthuis?
Neemt u dan contact op met ons secretariaat: secretariaat@pietersenbloklands.nl of 033-4345600.