Geschiedenis

 St. Pieters- en Bloklands Gasthuis locatie Davidshof is een rijksmonument in de binnenstad van Amersfoort. De bouwstijl is Neorenaissance. In 2014 kwam het gebouw na een grondige ver-/nieuwbouw weer gereed als woonzorgvoorziening met additioneel zelfstandig verhuurbare huurappartementen. Gedeelten van het gebouw dateren van 1907-1908.

Start in 1390

In de Middeleeuwen waren in Amersfoort drie gasthuizen: het Sint Pietersgasthuis, het Heilige Sacramentsgasthuis en het St. Elisabeth’s gast- of ziekenhuis. Het Sint Pietersgasthuis ten behoeve van zieken werd tegen 1390 gesticht als het Nye Gasthuys bij die Spoeye (= Spui). Enkele jaren later, op 2 april 1393, werd het Gasthuis juridisch erkend door het stadsbestuur. In de fundatiebrief van 1404 komt het onder bewind van de stad Amersfoort. In de stichtingsakte stond nadrukkelijk …niet voor Kinderen, Razenden en Melaatsen. Later werd het een bejaardentehuis met een apart vrouwen- en mannengedeelte. Ouderen konden worden opgenomen in ruil voor geld of bezit, de Proveniers of kostkopers. Deze proveniers waren mensen die de verzorging betaalden uit eigen middelen.

Het ging in Amersfoort vaak om zwak begaafde boerenzonen of alleenstaanden die niet (meer) voor zichzelf konden zorgen. Het kwam herhaaldelijk voor dat in ruil voor die verzorging, bezittingen (bijvoorbeeld landerijen) afgestaan werden aan het gasthuis. Dit was uiteraard een lucratieve onderneming.

Mede daardoor kon er in 1536 een nieuw gasthuis gebouwd worden. Rond 1800 werd dit “kostkopen” door het gemeentebestuur verboden. Het gasthuis moest zich vanaf dat moment uitsluitend richten op “armlastigen”. In 1804 fuseerde het met een ander Amersfoorts huis, het Blokland Gasthuis. Vanaf dat moment (tot op heden) staat het bekend als het Sint Pieters- en Bloklands Gasthuis.

Regenten en gastelingen

De regenten, de bestuurders van het gasthuis, konden zich in het bestuur inkopen. Dit inkoopbedrag lag tussen de 4 en 6 gulden per jaar. Dat het de moeite waard was om regent te zijn, blijkt wel uit oude rekeningen van het huis. De regenten hielden nogal van overvloedige maaltijden en bijbehorende drankgelagen. Het was geen uitzondering dat er wijn, kreeft en oesters op het menu stonden.

Naast regenten waren er ook regentessen. Er werd gescheiden vergaderd en er waren ook gescheiden bevoegdheden. Het archief werd gezamenlijk beheerd. De archiefkast had twee verschillende sloten. Eén sleutel was in het bezit van de regenten de andere in het bezit van de regentessen. De kast kon dus alleen in beider aanwezigheid geopend worden. De mannelijke bestuurders hadden de meeste bevoegdheden, onder andere de beslissingen over de opname van nieuwe gastelingen en het beheer van de (land)goederen. Hun vrouwelijke collega’s hadden er vrijwel geen. Zij mochten slechts de rekeningen van de leveranciers controleren en hielden toezicht op de voorraad. Hierover brachten ze verslag uit aan de regenten. Na de fusie met het Sint Pieters Gasthuis en nadat het kostkopen verboden werd, werden alleen nog de allerarmsten opgenomen. Vanaf die periode veranderde ook de verzorging. In 1894 telde het gecombineerde huis 62 gastelingen: 32 mannen en 30 vrouwen. De overvloedige maaltijden van de regenten en regentessen vonden ook niet meer plaats. De oesters verdwenen en men beperkte zich tot een “…matig glas wijn ….”. 

De bestuurders traden streng op tegen de gastelingen. Het was niet ongewoon dat er straffen werden uitgedeeld. Het verhaal van Greetje Spycker illustreert dit. Regels en dagritme werden bepaald door de regenten en vastgelegd in een reglement. De gastelingen werden gescheiden ondergebracht in een mannenzaal en vrouwenzaal. Ze sliepen in een bedstee en hadden verder de beschikking over een dekenkist, een tafeltje, een stoel, een waskom en een po. Het kwam ook wel eens voor dat twee personen één bedstee moesten delen. De zogenaamde “Binnenhuisvader” en “Binnenhuismoeder” vormden samen met de “Kockmeyd” en haar keukenbedienden het totale personeel. Zij waren verantwoordelijk voor de verzorging en verpleging van de gastelingen. De “Binnenhuisvader en -moeder” hielden daarnaast toezicht op de naleving van het reglement. Overtreders werden gemeld bij de regenten.

Archief Eemland

Archief Eemland beheert het archief van het St. Pieters en Bloklands Gasthuis en zijn voorgangers.  Het archief over het Gasthuis bestrijkt meer dan 600 jaar. Het raadplegen van het archief is gratis en kan fysiek in het Eemhuis op het Eemplein in Amersfoort.

Lees verder in de onderzoeksgids:
https://www.archiefeemland.nl/hulp-bij-onderzoek/onderzoeksgidsen/onderzoeksgids-gastelingen-sint-pieters-en-bloklandsgasthuis

Bezittingen als opnamecriterium

Notities uit 1773 geven een aardig idee van de maaltijdvoorziening in die dagen. Iedere morgen om acht uur kregen de gastelingen boterhammen zonder kaas, ’s middags om twaalf uur en ’s avonds om half acht kregen ze eten waarvan ze zoveel mochten nemen als ze konden “…zonder echt iets van de tafel mee te nemen….”. Voorts moest de “Kockmeyd” zorgen dat al wat overbleef, verzameld werd en de volgende dag weer opgedischt, de ene dag aan de mannen, de andere dag aan de vrouwen. De regenten bepaalden ook wie er toegelaten werd tot het huis. Daarbij was -vooral toen het huis openstond voor kostkopers- vermoedelijk het vooruitzicht op te verkrijgen bezittingen een doorslaggevend opnamecriterium. Het aantal gastelingen schommelde vrij sterk. In 1594 waren er 27 mannen en vrouwen, welk getal steeg om in 1655 weer tot 19 te dalen. In het jaar 1760 zouden er ook maar in totaal 12 mannen en vrouwen opgenomen zijn. In de annalen uit deze periode valt te lezen: “…. In het gasthuis waar 12 mannen onderhouden worden, dezelve 12 persoonen tesamen over de elf hondert jaaren uitmaakten….”. “…een van de Gasthuysmannen, met name Rijk van Bennekom, is 102 jaaren oud geworden en op den 17 juli 1736 begraven, in wiens plaats in ’t Gasthuys werd gehaald Willem Jacobsen, oud 80 jaaren, welke bij drie bijzondere vrouwen 33 kinderen hadde verwekt, te weten bij iedere vrouw 11 kinderen….”

Wat maar weer eens goed illustreert dat er in vroeger eeuwen ook hoog bejaarden waren.

Greetje Spycker

In de loop der tijden hebben zich in het Sint Pieters- en Blokland Gasthuis nog al eens wat voorvallen voorgedaan, waardoor het bestuur genoodzaakt was flink in te grijpen.
Voor overtredingen van de huislijke voorschriften werden soms straffen opgelegd. Volgens een resolutie van 18 september 1723 werd een gasteling wegens excessen door hem begaan, gestraft met onthouding van kaas en brood en zeven weken arrest.
Dat de bewoners het soms ook niet zo nauw namen met de eerlijkheid, blijkt uit een resolutie van 3 april 1730 waarin gezegd wordt “….dat het Gasthuis dagelijks beroofd werd van bedden, kussens, stoelkussens, doovekoolen…..”. Besloten werd dat “…Niemand met een stoof of regenkleed zal uytgaan als alleen na de kerck ende dat den geene, tsy man of vrouw, costcoper of aalmoesenier, die bevonden wordt dezen huys te hebben ontdragen tsy van turff, doovekoolen, vuur, brood of iets anders, dadelijck uit dit huys sal worden uytgeset, sonder oyt daar weer te mogen werden ingenomen….”.

De kostkoopster Greetje Spycker blijkt het in datzelfde jaar wel erg bont te hebben gemaakt. Voor haar werd bepaald “…uyt oorsaecke van dronckenschap en andere excessen door haar begaan, den tijd van twee maanden hierin dit huys sal moeten blyven sonder eens te mogen uytgaan ende dat sy gedurende dien tyd geen kaas of boter genieten sal en eyndelyk, dat sy oock den voorzegden tijd van twee maanden haar slaapplaats sal moeten houden op den deel totdat sy haar selven sal hebben gereynigt van de luysen, waarmede sy jegenswoordig is beset, alles op poene van de facto uyt desen Gasthuys geset te worden, sonder oyt daar wederom in te komen…..

20ste eeuw, verbouwing Davidshof

Na een schenking werd begin twintigste eeuw het middeleeuwse complex gesloopt. Alleen de kapel en de middeleeuwse mannenzaal ernaast werden behouden. Het nieuwe gebouw werd een kwartslag gedraaid ten opzichte van het oorspronkelijke gebouw. De voorgevel kwam daardoor niet aan de Westsingel, maar aan Achter Davidshof te liggen.

In 1952 werd de zuidvleugel van één naar twee bouwlagen verhoogd. Bij een uitbreiding in 1983 werd de gehele oorspronkelijke achtergevel aan het oog onttrokken.

In 2014 werd een twee jaar durende renovatie afgerond waarbij het gebouw geschikt werd gemaakt als verpleeghuis.

Het gasthuis is onderverdeeld in een hoofdgebouw en twee zijvleugels. De trapgevels worden bekroond door natuurstenen leeuwen. De linkerzijgevel toont de authentieke noordzijde van het hoofdgebouw. Het originele interieur van het hoofdgebouw en de regentenkamer zijn nog intact. Een gang is langs de gehele achterzijde van het hoofdgebouw gesitueerd. Het voorterrein is omgeven door een bakstenen muur met ezelsrug en bakstenen pijlers en een smeedijzeren hekwerk.

Meer weten ?

Klik hier voor meer informatie over de Mannenzaal

Gestichtskleding

De gastelingen waren arm en zonder rechten en kregen hun kleding van het gasthuis. Door deze gestichtskleding werden ze nogal gebrandmerkt. In de negentiende eeuw veranderde er weinig aan de positie van de gastelingen. De veranderingen kwamen vooral na 1912 toen de armenwet (uit 1854) werd herzien. Vanaf dat moment kreeg de overheid wat meer invloed en toegang tot de overwegend particuliere instellingen. Het huidige Sint Pieters – en Bloklandgasthuis is uitgegroeid tot een modern verzorgingshuis. Enige tijd geleden is de nog aanwezige Mannenzaal volledig gerestaureerd en open gesteld voor het publiek.

Meer informatie

Wilt u meer weten over de geschiedenis van het Gasthuis?
Neemt u dan contact op met ons secretariaat: secretariaat@pietersenbloklands.nl of 033-4345600.